

correcte en foutieve stand
Als Uw pup ouder wordt begint eerst het wisselen van het gebit. Dan wordt er dus veel kalk gebruikt voor de vorming van de mooie tandjes. Maar zodra het gebit echter grotendeels gevormd is, is de kalk daarvoor niet meer nodig, komt vrij in het lichaam en wordt gebruikt voor de verbenings-processen. Het kraakbeen van de oren wordt dan ook wat steviger en stijver. De stand van de oren gaat veranderen en een permanente vorm aannemen. De afgelopen 100 jaar moest de dobermann de oren mooi omhoog dragen en het zeer gewaardeerde stevige kraakbeen zorgde daarvoor. Tegenwoordig moeten de (ongecoupeerde) oren van de Dobermann met het zelfde kraakbeen mooi naar beneden hangen. Dat gebeurt niet altijd vanzelf op een mooie manier. Als dit vaste vorm aannemen niet begeleid wordt, ontstaat meestal een eigenaardig wijd uitstaande vorm, die afbreuk doet aan de typische expressie van de dobermann en zijn algemene verschijning. Bij de ene is één oor wat hoger dan de ander, bij de ander lijkt het een nonnenkapje en bij weer een ander staan ze helemaal recht omhoog. Fout! Daar moeten we wat aan doen. Dus nu is er voor de eigenaren werk aan de winkel. Kortom we beginnen met plakken.